Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij zeide: Kom in, [41]gij, gezegende des HEEREN! waarom zoudt gij buiten staan? want ik heb het huis [42]bereid, en de plaats voor de kemelen. 41. Een voortreffelijke titel, dien de Israelieten aan Gods voortreffelijke vrienden plachten te geven, beduidende dat God hun welgedaan had, en nog met zijn genade en weldadigheid hun steeds nabij was; zie onder, hfdst.26 vs.29; Ruth 3:10; Ps.115:15. 42. Of, gezuiverd, gereinigd, uitgeruimd, en alles wat in den weg was, weggedaan. Alzo wordt het Hebreeuwse woord genomen Lev.14:36.